Deel 2 van ons Samoa avontuur vond voornamelijk plaats op het eiland Savaii, dat nog meer laid-back is dan Upolu. Al rennen de Samoanen in het algemeen niet erg hard: het tempo ligt hier zelfs nog een stukje lager. We hebben daar precies 2 weken aan moeten wennen. De mensen slenteren hier van dorp naar dorp, en lijken op het eerste gezicht niet meer te doen dan bloemen te knippen om de kerk te versieren, eten voor te bereiden of met de buren te praten. Samoa heeft geen export, het land is sterk afhankelijk van internationale steun, en familieleden die overseas wonen sturen geld naar huis.
Vanuit ons kamp op Lano Beach (oostkust) zijn we eerst naar de lavavelden in het noorden gegaan. De vulkaan op het eiland heeft tussen 1905 en 1911 verwoestend huisgehouden.
Deze vulkaan is inmiddels gedoofd en is het domein van de zogenaamde Crater Man. Deze beste man heeft naar eigen zeggen al mensen van meer dan 120 landen geinspireerd, door ze in de bloedhitte, een kilometerslange en vooral steile weg naar de krater op te sturen.
Na 10km, slechts 1 litertje water, en een hoop wilskracht is het ons gelukt onze uiterst getrainde lichamen de berg op te sjouwen. Eenmaal boven is het inderdaad erg de moeite waard, maar we hadden niet meer het enthousiasme om daar een geinig kiekje van te maken.
Een ander fenomeen zijn de blowholes. De zee wordt met kracht de rotskust ingestuwd waarna door een gat in de grond een fontein ontstaat.
Na deze natte activiteit ook nog even gedouched in een waterval, want we hebben alleen 'shared facilities' naast onze hut.
Onze gastheer op Lano Beach waar we in een heerlijke fale (huis op palen) aan zee zaten, vertelde dagelijks spannende verhalen over de mythologie van Samoa. De 'very useful coconut tree' speelt vaak de hoofdrol. Niet alleen wordt elk gerecht met het kokosnootmelk bereid, volgens de Samoaanse overlevering hebben de Tonganen hun leven te danken aan deze boom, die door de Samoanen, in ruil voor kippen, in Tonga is geplant.
Ons Savaii avontuur eindigde met een interessante busrit. We hadden al gelezen dat in bussen een rangschikking van mensen plaatsvindt, waarbij men net zo lang gaat verzitten tot single vrouwen naast single vrouwen zitten, palangi (witten) en ouderen voorin, en kerels of koppels achterin. Deze regel gaat op elke keer als er iemand in of uit de bus stapt, waardoor een busrit in Samoa eigenlijk een continue stoelendans is. Deze stoelendans wordt ingewikkelder naarmate de rit vordert. Om de rangschikking te kunnen volgen, wordt er namelijk tot maarliefst 4 hoog gestapeld, maar gelukkig niet op onze witte billetjes. De stoelendans wordt vergezeld door oorverdovende muziek naar persoonlijke keuze van de coureur. Mocht je doof zijn dan kan je de bus altijd wel op een andere manier herkennen: