vrijdag 29 oktober 2010

Easy Savaii



Deel 2 van ons Samoa avontuur vond voornamelijk plaats op het eiland Savaii, dat nog meer laid-back is dan Upolu. Al rennen de Samoanen in het algemeen niet erg hard: het tempo ligt hier zelfs nog een stukje lager. We hebben daar precies 2 weken aan moeten wennen. De mensen slenteren hier van dorp naar dorp, en lijken op het eerste gezicht niet meer te doen dan bloemen te knippen om de kerk te versieren, eten voor te bereiden of met de buren te praten. Samoa heeft geen export, het land is sterk afhankelijk van internationale steun, en familieleden die overseas wonen sturen geld naar huis.


Vanuit ons kamp op Lano Beach (oostkust) zijn we eerst naar de lavavelden in het noorden gegaan. De vulkaan op het eiland heeft tussen 1905 en 1911 verwoestend huisgehouden.



Deze vulkaan is inmiddels gedoofd en is het domein van de zogenaamde Crater Man. Deze beste man heeft naar eigen zeggen al mensen van meer dan 120 landen geinspireerd, door ze in de bloedhitte, een kilometerslange en vooral steile weg naar de krater op te sturen.


Na 10km, slechts 1 litertje water, en een hoop wilskracht is het ons gelukt onze uiterst getrainde lichamen de berg op te sjouwen. Eenmaal boven is het inderdaad erg de moeite waard, maar we hadden niet meer het enthousiasme om daar een geinig kiekje van te maken.



Een ander fenomeen zijn de blowholes. De zee wordt met kracht de rotskust ingestuwd waarna door een gat in de grond een fontein ontstaat.




Na deze natte activiteit ook nog even gedouched in een waterval, want we hebben alleen  'shared facilities'  naast onze hut.



Onze gastheer op Lano Beach waar we in een heerlijke fale (huis op palen) aan zee zaten, vertelde dagelijks spannende verhalen over de mythologie van Samoa. De 'very useful coconut tree' speelt vaak de hoofdrol. Niet alleen wordt elk gerecht met het kokosnootmelk bereid, volgens de Samoaanse overlevering hebben de Tonganen hun leven te danken aan deze boom, die door de Samoanen, in ruil voor kippen, in Tonga is geplant.



Ons Savaii avontuur eindigde met een interessante busrit. We hadden al gelezen dat in bussen een rangschikking van mensen plaatsvindt, waarbij men net zo lang gaat verzitten tot single vrouwen naast single vrouwen zitten, palangi (witten) en ouderen voorin, en kerels of koppels achterin. Deze regel gaat op elke keer als er iemand in of uit de bus stapt, waardoor een busrit in Samoa eigenlijk een continue stoelendans is. Deze stoelendans wordt ingewikkelder naarmate de rit vordert. Om de rangschikking te kunnen volgen, wordt er namelijk tot maarliefst 4 hoog gestapeld, maar gelukkig niet op onze witte billetjes. De stoelendans wordt vergezeld door oorverdovende muziek naar persoonlijke keuze van de coureur. Mocht je doof zijn dan kan je de bus altijd wel op een andere manier herkennen:


maandag 18 oktober 2010

Samoa Manaia

We kunnen eindelijk het net weer op.

Twee weken geleden alweer begon ons avontuur midden in de stille oceaan. We zitten nu dus in Samoa, en hebben het ritme goed te pakken :)


Het is hier elke dag van het jaar erg warm, met een heerlijk zeebriesje. Hoe warm precies? Dat vroegen wij aan taxichauffeurs in Apia, de hoofdstad. Hun antwoord: 'It's hot, hey'. Ach, je kunt je afvragen hoeveel het getal 35 hier bijvoorbeeld toevoegt. Het begrip van tijd is hier ook minder relevant. Als we vragen hoe laat het is, krijgen we als reactie: 'It's past 2'.


Apia ligt op Upolu, het kleinste van de twee belangrijkste eilanden. Upolu is 70 bij 20 km groot, en telt 120.000 inwoners van de in totaal 180.000. De rest woont op 'the big island of Savaii'. De Samoanen hebben een fors postuur, en hebben hierom een succesvol rugbyteam.

Wij verkennen de eilanden met onze Honda HRV. Net als de Samoanen moeten wij nog wennen aan het linksrijden. Vorig jaar is het hele verkeersysteem omgezet om zo de import van Nieuw-Zeelandse auto's (rechtsgestuurd) makkelijker te maken.

Onze aankomst 2 weken geleden in het zuiden van Upolu viel samen met White Sunday, de nationale feestdag voor kinderen.


Hier zagen we voor het eerst dat op Samoa, en zeker in de villages, alles draait om de families en hun tradities. Elke familie binnen het dorp wordt vertegenwoordigd door een chief (matai). Enkel door goede daden, respect en ancieniteit kan een familielid benoemd worden tot matai. In het matai beraad wordt het reilen en zeilen binnen families besproken, en worden de regels van het dorp bewaakt. Dorpelingen die over de schreef gaan, worden door de matai 'berecht', en in het uiterste geval uit het dorp verbannen. Overigens kunnen alleen mannen matai worden. Roel vindt dit een mooi systeem.

Een paar dagen geleden zaten wij plotseling met 3 van deze belangrijke matai te dineren. Dit gebeurde nadat wij op zoek waren gegaan naar een 'guided cano tour' uit een lokaal toeristengidsje. Kennelijk waren in geen tijden toeristen op deze attractie afgekomen, want toen wij aanklopten bij de uitkijkpost van Saanapu village, moest de matai eerst diep in zijn geheugen graven na het noemen van de woorden 'boat' en 'tour'. Toen het kwartje viel, gaf hij 2 jongens uit het dorp de opdracht direct een boot te regelen. Die toverden vervolgens een nogal smalle holle boomstam achter een hut vandaan, en sjouwden deze naar iets wat in de verte niet leek op een aanlegsteiger. Dit sjouwen van de kano bleek het 'guided' gedeelte van de tour, want even later moesten wij zelf, peddelend met een stuk hout (cricket bat?), onze weg vinden door het mangrove bos. Dit bleek een listige klus, want terwijl de één aan het peddelen was, moest de ander tegenwicht bieden om niet om te kiepen. Uiteindelijk is dit redelijk gelukt, we zijn slechts op enkele plaatsen nat geworden.


Toen wij huiswaarts wilden keren, werden wij met twee kopjes troebele limonade naar de uitkijkpost gelokt. Meer uit beleefdheid dan uit verstandigheid namen we enthousiast een slok, en liepen terug naar de uitkijkpost waar we door 3 matai aangemoedigd werden mee te eten. We herinnerden ons enkele beleefdheidsvormen uit de reisgids: niet met je voeten naar de gastheer wijzen, in kleermakerszit zitten, de gastheer eet pas als de gast klaar is... Dus daar begonnen we, niet wetend of onze westerse magen dit wel zouden overleven, onder toeziend oog van de heren, aan de 2 borden vol met kip, noedels, en de typisch Samoaanse 'taro' – witgrijze koeken die smaken naar zetmeel. De taro is een broertje van onze aardappel.

Naast traditie staat Samoa ook open voor invloeden van 'overseas'. De viering van White Sunday in de kerk was een mix van Samoaanse zang en Amerikaanse R&B/rap. En naast taro staan diverse zuid-oost Aziatische gerechten op de kaart. Voor de hier veel aanwezige Kiwi's is er gefrituurde kip met patat.



Tot slot is het een verademing dat de toeristenindustrie hier (nog?) niet is doorgedrongen. Geen rijen gele plastic kano's, en voor kaarten met inheemse vis- en vogelsoorten moesten we langs bij het ministerie van landbouw en visserij in Apia. Dit maakt ook dat wij de witte stranden en azuurblauwe zee nagenoeg voor onszelf hebben, en ons in alle rust kunnen overgeven aan de Samoaanse hobby om van watervallen in frisse waterpoeltjes te rennen.


- THE END-

maandag 4 oktober 2010

Eerste etappe

De eerste etappe is geslaagd. Zondagochtend stapten we op het vliegtuig naar London, uitgezwaaid door bijna de gehele familie. Na een korte vlucht naar London vlogen we door naar Los Angeles. Hoewel dit een erg lange vlucht is (11 uur) is deze goed verlopen en hebben we zelfs wat geslapen. Air New Zealand is een erg goede maatschappij, met toch nog aardige beenruimte - wel lekker voor onze 1m80+ !

Om 19u30 lokale (LA) tijd kwamen we aan, waarna we de huurauto hebben opgehaald. We konden alles kiezen uit de 'Economy'-klasse, wat dus uiteindelijk neerkwam op een Nissan Versa. Het rijdt zoals die klinkt en hij is wit. Verder zit er een Californian license plate op, wat dan wel weer cool is.

Onderweg een kaart gekocht bij het tankstation en naar het hotelletje gereden. Daar was eerst niemand meer thuis, maar via een andere gast konden we toch even bellen om te zeggen dat we voor de deur stonden. Na wat wachten konden we naar binnen, onze kamer was al voor ons klaargemaakt.

Na een nachtelijke pizzapunt en een drankje moe maar voldaan gaan slapen.

Op maandag hebben we uitgeslapen en onder het genot van een kop koffie en bagels enkele highlights van LA opgezocht en route uitgeprint. Ook contact gezocht met het hotel van Sander en Tamara, die we hier in LA zullen treffen omdat zij hier hun huwelijksreis starten.

Na het ontbijt rondgereden, ik bedoel, 'gecruised' in de Nissan, ik bedoel 'de bolide' door oa Beverly Hills. Het stereotype beeld ervan klopt.


Na wat meer gecruised te hebben zijn we naar het hotel van Sander en Tamara gereden. We hadden een bericht achtergelaten dat we hier rond 16u00 zouden arriveren. Onze telefoons zijn zo antiek dat deze niet op het 1900 netwerk van de US werken.

Om 16u00 helaas nog geen Sander en Tamara, en later om 17u00 nog niet. Terwijl we ons beraadden over wat nu te doen, kwamen ze toch rond 17u15 aan.


Samen nog lekker Italiaans gegeten en op tijd naar bed om de jetlag te verwerken, en wij schrijven eindelijk het eerste stukje op het blog.